Apotheek Boswijk

Twijnstraat 28 3511 ZL Utrecht Tel:030 2310506

Medische Encyclopedie

Inhoud

bevacizumab

Bevacizumab is een monoklonaal antilichaam. Dit is een doelgerichte kankerremmende stof ('targeted therapy'). Het vermindert wildgroei van bloedvaten.

Artsen schrijven het voor bij kanker van de dikke darm, het rectum (het laatste deel van de endeldarm), de borsten, longen, nieren, baarmoederhals, eierstokken en eileiders en het buikvlies.

Het wordt ook gebruikt als injectie rechtstreeks in het oog bij de oogaandoening maculadegeneratie.

Wat doet bevacizumab en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die fataal kan zijn als men er niets aan doet.

Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen. Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand).

  • Bij kanker van de darmen kan bloed bij de ontlasting ook een aanwijzing zijn. Als de tumor in de buurt van de anus zit, kunt u soms merken dat er rood bloed vermengd is met de ontlasting. Als de tumor hogerop in de darmen zit, verteert het bloed en ontstaat er een zwarte verkleuring van de ontlasting. Bovendien kunt u ernstige buikklachten krijgen.
  • Bij kanker van de eierstokken en eileiders kunt u soms vaginaal bloedverlies, buikpijn of een opgeblazen gevoel merken.
  • Bij kanker van de baarmoederhals: vaginaal bloedverlies, pijn bij het vrijen.
  • Bij borstkanker kunt u een knobbeltje voelen in de borst, kan de huid indeuken of juist rood en gezwollen zijn, en kan er vocht uit de tepel komen of kan de tepel naar binnen trekken. Neem bij deze verschijnselen contact op met uw arts.
  • Bij longkanker kunt u hoesten, benauwdheid of bloed opgeven.
  • Bij niercelkanker kunt u ook bloed in de urine opmerken en pijn en druk in de rug en zij.

Behandeling
Artsen schrijven bevacizumab altijd voor in combinatie met andere medicijnen tegen kanker, zoals fluorouracil, capecitabine, carboplatine, paclitaxel en gemcitabine.

Werking
Bevacizumab zorgt dat de tumor geen nieuwe bloedvaten kan maken. Hierdoor komt er minder bloed met voedingsstoffen in de tumor terecht. De tumor kan dan niet groeien.

Lees meer over kanker . “

Maculadegeneratie

Oorzaak
Slechtziendheid kan veel oorzaken hebben. Een daarvan is een aandoening die op oudere leeftijd meer voorkomt en natte maculadegeneratie wordt genoemd.

Bij natte maculadegeneratie is het netvlies van het oog aangetast. Het netvlies is het 'projectiescherm' waar het licht op valt. Het zorgt er zo voor dat u kunt zien. Bij maculadegeneratie is een plek van het netvlies aangetast, namelijk de gele vlek (macula). Dat is het deel van het netvlies waarmee u fijne details kunt zien, zoals bij lezen.

Er zijn verschillende oorzaken waardoor dit deel van het netvlies kan slijten. Als reactie hierop ontstaan ontstekingen en een wildgroei aan bloedvaatjes.

Verschijnselen
Uw zicht neemt steeds verder af. U ziet steeds minder scherp en er blijft in het midden van uw beeld een vlek achter. Als maculadegeneratie niet wordt behandeld, zal uw zicht steeds meer verslechteren.

Behandeling
Meestal behandelen artsen natte maculadegeneratie met medicijnen die in het oog moeten worden ingespoten. Een van die medicijnen is bevacizumab.

Werking
Bevacizumab verhindert de aanmaak van nieuwe bloedvaatjes en remt de ontsteking van het netvlies. Hierdoor zal in de meeste gevallen de gezichtsscherpte niet verder afnemen. In veel gevallen neemt de gezichtsscherpte zelfs weer enigszins toe.

Lees meer over maculadegeneratie . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn heeft een krachtige werking op kankercellen, maar ook op gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de bijwerkingen na de behandeling geleidelijk over.

De bijwerkingen bij injectie in een bloedvat zijn anders dan de bijwerkingen bij injectie in het oog.

Neem contact op met uw verpleegkundige of arts als u te veel last heeft van één van de ondergenoemde bijwerkingen. Soms is het nodig om de dosering aan te passen zodat de bijwerkingen verminderen. Soms zal de arts ook een ander medicijn voorschrijven tegen de bijwerkingen.

Bespreek ook met uw arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt over bijwerkingen. Ervaart u andere bijwerkingen dan die hieronder staan? Meld dat dan aan uw apotheek, arts of verpleegkundige.

De belangrijkste bijwerkingen bij injectie in een bloedvat zijn de volgende:

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Verhoogde bloeddruk

    Uw arts zal uw bloeddruk regelmatig controleren.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals diarree, verstopping, misselijkheid, braken, gebrek aan eetlust, gewichtsverlies en buikpijn. Zelden ernstige maagdarmaandoeningen. Waarschuw meteen de arts of verpleegkundige bij ernstige buikpijn, maagbloeding, zwarte teerachtige ontlasting of bloeding uit anus.

  • Hoofdpijn en zeer zelden migraine

  • Ontstoken slijmvliezen. Te zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen.

    Verschijnselen kunnen zijn:
    Pijnlijke mond, tong of keel en smaakveranderingen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen, tijdens en direct na de chemotherapie. Tijdens de chemokuur kunnen ingrepen aan uw gebit of in uw mond de klachten verergeren. Daarom is het verstandig vóór u aan de chemokuur begint, uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling.
    Geïrriteerde en tranende ogen. Om oogklachten te voorkomen, kunt u beter geen contactlenzen dragen. Gebruik een zonnebril bij scherp zonlicht.
    Benauwdheid, hoesten, loopneus, bloedneus en ontstekingen van keel, neusholte, luchtpijp of longen.

  • Pijn, vooral in spieren en gewrichten

  • Huidklachten, zoals jeuk, droge, rode schilferende huid, korsten en huidverkleuring

    Vaak helpt het de huid goed en vaak in te vetten. Blijft u last houden of heeft u er veel last van? Neem dan contact op met de arts of verpleegkundige. Zelden ontstaat het hand-voet-syndroom. De handen en voeten zijn dan pijnlijk, rood en gezwollen en kunnen tintelen of doof aanvoelen. De huid kan afschilferen en er kunnen zweren of blaren op de huid ontstaan. Dit kan voortduren als de therapie is gestopt. Waarschuw uw arts als u deze verschijnselen bemerkt.

  • Bijwerkingen op het zenuwstelsel: spraakstoornissen, trillen en tintelingen of een doof gevoel in de armen of benen

    Neem in dat geval contact op met de arts of verpleegkundige.

  • Een verhoogde kans op infecties en bloedingen, zoals blauwe plekken en bloedneuzen. Deze bijwerking ontstaat door een tekort aan witte bloedcellen en bloedplaatjes. Neem contact op met uw arts bij: onverklaarbare koorts of keelpijn, blaren in de mond en keel, onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes en blauwe plekken.

    Door het tekort aan witte bloedcellen bent u ook bevattelijker voor infecties door virussen, bacteriën of schimmels. Neem altijd contact op met uw arts bij infecties zoals verkoudheid, keelontsteking, blaasontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties.

  • Slechte genezing van wonden

  • Bij vrouwen: wegblijven van de menstruatie of opvliegers

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Slaperigheid, spierzwakte en flauwvallen

  • Hartklachten, zoals pijn op de borst, benauwdheid en hartkloppingen

    Waarschuw uw arts of verpleegkundige bij dergelijke klachten. Uw arts zal de werking van uw hart tijdens en na de behandeling regelmatig controleren.

  • Bloedarmoede, u merkt dat onder andere aan een extreme vermoeidheid, een bleke huid en slijmvliezen

    Raadpleeg dan uw arts of verpleegkundige.

  • Trombose (bloedstolsels in de bloedbaan). Dit vergroot de kans op vaataandoeningen, zoals een trombosebeen of beroerte. De verschijnselen van trombose kunnen zijn: pijnlijke zwelling van het been of plotselinge kortademigheid.

    Waarschuw in deze gevallen onmiddellijk een arts, of ga meteen naar de Eerste-Hulpdienst. Raadpleeg uw arts als u ooit trombose heeft gehad.

  • Vergroeiingen (fistels) in de buikholte en beschadiging van de galblaas

    Waarschuw de arts bij plotselinge ernstige pijn in de buikholte.

  • Reactie op het infuus. De meest voorkomende verschijnselen rillingen of koorts. Ook kunt u last krijgen van hoofdpijn, misselijkheid, te hoge bloeddruk, pijn, stijfheid, hoesten, duizeligheid, benauwdheid, hartritmestoornissen en huiduitslag.

    Deze infuusreactie kan ernstig verlopen. Het komt het vaakst voor bij het eerste en tweede infuus. De verschijnselen treden dan meestal binnen drie uur na start met het infuus op. Bij een enkeling kunnen ze ook nog na enkele dagen optreden. Bij volgende infusen nemen de verschijnselen gewoonlijk af. De arts of verpleegkundige zal uw tijdens het infuus en daarna regelmatig controleren. Als de reactie tijdens het infuus optreedt, zal de verpleegkundige het infuus tijdelijk stoppen. Bel uw arts of verpleegkundige als deze verschijnselen pas thuis optreden. Artsen schrijven vaak andere medicijnen voor om deze klachten te verminderen, zoals de pijnstiller paracetamol, middelen tegen allergie en inhalatoren tegen benauwdheid.

  • Overgevoeligheid voor bevacizumab. Dit kunt u merken aan snel opkomende galbulten, koorts, rillingen, spierpijn, misselijkheid, braken, hoofdpijn, benauwdheid of flauwvallen.

    Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts of verpleegkundige. Blijkt u allergisch, dan mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor bevacizumab. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Ophoesten van bloed

    Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Beschadiging van het kaakbot. Neem contact op met uw arts bij pijn in de mond, tanden of kaak, zwelling of zweren in de mond, verdoofd of zwaar gevoel van de kaak, of het loszitten van een tand.

  • Nierbeschadiging. Raadpleeg uw arts als u weinig moet plassen, donkere urine heeft, vocht vasthoudt of dorst heeft en een droge mond ondanks dat u wel drinkt.

  • Hersenaandoening. Dit is te merken aan hoofdpijn, bewustzijnsverlaging, spiertrekkingen, verminderd gezichtsvermogen. Bel bij deze klachten uw arts.

  • Ernstige vorm van hoge bloeddruk in de longslagader. Waarschuw uw arts bij kortademigheid, pijn op de borst, flauwvallen en vocht in de benen.

Bij gebruik in het oog
De bijwerkingen bij gebruik in het oog zijn minder goed onderzocht dan die bij injectie in een bloedvat. De bijwerkingen hieronder zijn bijwerkingen die zijn opgetreden bij injectie in het oog met een zelfde soort medicijn. Meld het altijd aan uw arts als u een bijwerking vermoedt die niet hieronder staat. Ook als het verschijnsel niet optreedt in of rond het oog, maar in de rest van uw lichaam.
Onderstaande bijwerkingen op het oog kunnen ernstig zijn, maar dat hoeft niet. Ze kunnen leiden tot blindheid als ze niet worden behandeld. Raadpleeg daarom altijd uw arts als u last heeft van een van deze verschijnselen.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Pijnlijk of geïrriteerd oog: roodheid, jeuk, droge of tranende ogen. Gevoel dat er vuiltjes in de ogen zitten.

    Het is mogelijk dat een of meer van deze verschijnselen ontstaan door een ontsteking van het oog of van de ooglidranden. Waarschuw uw arts als u in de 2 weken na de injectie last van uw oog krijgt.

  • Wazig zien of slecht zien

    Het is mogelijk dat dit ontstaat door cataract (een troebele lens). Waarschuw daarom altijd uw arts als u in de weken na de injectie wazig of slecht gaat zien.

  • Verhoogde oogboldruk net na de injectie

    Na de injectie zal uw arts daarom uw oogboldruk controleren.

  • Bewegende puntjes of vlekken voor de ogen of meer last van licht

    Zelden is dit een verschijnsel van een beschadigd of loslatend netvlies. Als dit gebeurt, is dat meestal in de 2 weken na de injectie. Waarschuw meteen uw arts bij deze verschijnselen. De arts kan beoordelen of de klachten onschuldig zijn of worden veroorzaakt door loslating van het netvlies.

  • Hoofdpijn, gewrichtspijn, keelpijn, keelontsteking en een loopneus

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Vermoeidheid, mogelijk veroorzaakt door bloedarmoede

    Raadpleeg uw arts als u in de weken na de injectie extreem vermoeid bent.

  • Hoest en misselijkheid net na de injectie

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Pijn of irritatie op de injectieplaats

  • Overgevoeligheid voor bevacizumab. Dit kunt u merken aan huiduitslag, jeuk, galbulten of een rode huid.

    Waarschuw bij deze verschijnselen uw arts. Blijkt het dat u allergisch bent, dan mag u dit medicijn in de toekomst niet meer krijgen. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor bevacizumab. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik bevacizumab gebruiken met andere medicijnen?

Bij gebruik als injectie in een bloedvat: het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Bij gebruik in het oog: van dit medicijn zijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend. Vertel uw arts altijd als u oogdruppels of oogzalven gebruikt.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden
Gebruik als injectie in een bloedvat: heeft u last van slaperigheid, spierzwakte of extreme vermoeidheid? Dan kan dit uw rijvaardigheid beïnvloeden. Rijd geen auto als u hier last van heeft.

Bij gebruik in het oog: in sommige gevallen is het zicht bij maculadegeneratie dusdanig aangetast dat u niet mag autorijden. Overleg hierover met uw arts.
Mag u wel autorijden? Na de injectie kunt u tijdelijk wazig zien. Rijd geen auto zolang u hier last van heeft.

alcohol drinken?
Gebruik als injectie in een bloedvat: alcohol irriteert de slijmvliezen van het maagdarmkanaal. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op de maag en darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de kuur en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

Bij gebruik in het oog: hiervoor zijn geen beperkingen.

alles eten?
Gebruik als injectie in een bloedvat: u kunt alles eten wat uw maag of darmen verdragen. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u door dit medicijn last heeft van uw maag.
Op deze site kunt u onder 'Klachten & ziektes', 'Maagklachten' adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

Bij gebruik in het oog: hiervoor zijn geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Laat dit medicijn NIET toedienen als u zwanger bent of binnenkort zwanger wilt worden. Het is onvoldoende bekend of dit medicijn schadelijk is voor het ongeboren kind. Gebruik daarom tijdens en tot en met 6 maanden na het laatste infuus anticonceptieve maatregelen, zoals de pil of een condoom.

Borstvoeding
Gebruik dit medicijn NIET als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt. Als het in de moedermelk komt, kan het schadelijk zijn voor de baby.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Dit medicijn wordt door een arts of verpleegkundige in een ziekenhuis toegediend.

Hoe?
Gebruik als injectie in een bloedvat: het infuus wordt in het ziekenhuis toegediend gedurende een half tot anderhalf uur. Na het infuus moet u enige uren in het ziekenhuis blijven. Zo kan de arts of verpleegkundige er op letten of u goed op het infuus reageert.

Bij gebruik in het oog: voorafgaand aan de injectie krijgt u verdovende oogdruppels. Daarna zal de oogarts de injectie via het oogwit in de oogbol inspuiten. Via het vocht in de oogbol kan het medicijn het netvlies bereiken.
Voor en na deze injectie moet u gedurende enkele dagen oogdruppels gebruiken met antibiotica. Hiermee voorkomt u dat het oog geïnfecteerd raakt.

Wanneer?
Kanker: u krijgt dit infuus meestal eens per 2 tot 3 weken.

Bij gebruik in het oog: na de eerste injectie bepaalt de arts aan de hand van uw gezichtsscherpte of en hoe vaak een nieuwe injectie nodig is. Tussen 2 injecties zit minimaal 4 weken.

Hoe lang?
Dit medicijn wordt gebruikt zolang het een gunstig effect heeft op de aandoening.

Terug naar overzicht